VOORSPELLING

Het liefst was hij daar in het gras verdwenen
Die linksback met zijn lange kromme benen
Hij hield niet van de sport en het gedoe

Hij kwetste veel te vaak zijn eigen schenen
Waaraan zou hij applaus, gejuich ontlenen?
Zijn leven lang was hij te laf, te moe

Zijn leven lang zal hij de tol betalen
Geen held en geen homerische verhalen
Men neemt zijn mening zelden serieus

Zo tobt hij voort, zijn dag gevuld met kwalen
Ooit zal hij in zijn wrakke geest verdwalen
En op zijn steen zal staan: hier ligt de kneus

KNØS

Mijn eisen stel ik niet zo hoog
als het aankomt op vakantie
een tentje, slaapzak, bossen, bergen
en natuurlijk de garantie
op blauwe luchten, altijd zon
want regen zou mij te veel vergen.

Dus kunnen de warme landen
in het midden van de zomer
zich telkenjare verheugen op mijn komst
vertraag ik zienderogen, word steeds slomer
schakelt mijn verstand vanzelf uit
ben ik roodverbrand en op mijn domst.

Maar niet dit jaar, geen denken aan
mijn rug op met die hittegolven
Scandinavië, dat wordt het nieuwe doel
kou, regen, sneeuw - door ongemakken nu bedolven
ga ik voor ontbering en natuurgeweld
de nieuwe Roald Amundsen dat ben ik: heel cool!

Als voorbereiding op mijn expeditie
maakte ik snel nieuwe vrienden
waaronder een blonde Viking, een echte reus,
zo een waar alle Noordse cliché’s voor dienden
woeste baard, lange haren, blauwe ogen
met als uitsmijter: hans namn var Knøs.

KNEUS I

Een kneusje uit het mooie Leek,
viel van zijn fiets vorige week.
Brak hij zijn enkel daar?
Nee. Oh, gelukkig maar.
Het was dus geen enkel probleem.

KNEUS II

Jochies op fatbikes.
Jochies op fatbikes in de winter.
Jochies op fatbikes in de winter met een korte broek.
Jochies op fatbikes in de winter met een korte broek zonder helm.
Jochies op fatbikes in de winter met een korte broek zonder helm met een Rotterdamse tongval.
Jochies op fatbikes in de winter met een korte broek zonder helm met een Rotterdamse tongval en een oorbel in het linkeroor.
Zijn dat kneuzen? Nee.
Mensen die voorrang verlenen aan jochies op fatbikes in de winter met een korte broek zonder helm met een Rotterdamse tongval en een oorbel in het linkeroor, dat zijn kneuzen.
En Thierry Baudet, die ook.

GOEDBEDOELD ADVIES

Het is geen kritiek, hoor
Als je de mist ingaat
Kun je je gezellig keuvelend
Aanspreekbaar maken

Het is geen kritiek, hoor
In aanmerking genomen 
Dat jouw wolk van activiteit
Weinig nuttigs behelst

Is het heus geen kritiek 
Over dat uithollen van lege ruimtes
Waardoor lang gerekte figuren 
Nodeloos rond geslingerd raken

Nee, heus
Geen kritiek 
Hoor.

Dit aanhoren
Maakt haar getuige 

Van sociaal gekneus.

DE KNEUS

Ik ben een strijder, meent meneer De Kat,
als hij in de wei naar vogels komt speuren
en onschuldige slachtoffers wil keuren
op zijn meedogenloze oorlogspad.

Voorzichtig sluipt hij naderbij, de fat,
omdat hij graag wat kneutjes wil verscheuren.
Mijn hemel, het zal toch niet echt gebeuren?
Hup, vlieg weg, voorkom een zeker bloedbad!

Te laat! De Kat bespringt een groep van vier.
Eentje heeft pech, weet niet op tijd te vluchten;
met dit beestje gaat meneer aan de zwier.

Trots en tevreden tergt De Kat affreus
het diertje waarvan hij niets had te duchten,
tot plots een vos grijpt onze grootste kneus.

KNEUS

Geen mens wil met me uitgaan
En ook de hond schudt nee
Dus neem ik als gezelschap
Alleen mijn zakdoek mee