Wouter van Schie

Soms komt er ineens een gedachte voor een nieuw tekstje. Die kan gebaseerd zijn op een enkel woord van iemand, een geluid, een beeld, een hele uitgesproken zin, een onalledaagse ontmoeting, een irritante splinter in je vinger of een lieflijk lichtstraaltje van de zon. Of iets anders. Wouter van Schie (van ‘58) probeert al jaren dit soort mooie en maffe momenten versmatig te koesteren. Het leidt vaak tot gedichten, die nu eens  rijmen en dan weer niet.

In zijn boekje ‘Lichtere gedichten, met ballen’ (https://www.makoenders.nl/LichtereGedichten.html) uit 2022, dat hij zelfstandig uitbracht op de dag dat de oorlog in Oekraïne begon – Zou dat iets met elkaar te maken hebben? Nee hoor! – heeft hij alle gedichten verzameld die hij schreef vanaf zijn zeventiende, tenminste de 45 die door de beugel konden.

Taalkundige, woordkunstenaar, schrijver van een dik boek over Anna van Ewsum én mede-auteur van een Noordhoffboekje over hoe je het beste een rapport kunt schrijven: de Nederlandse taal blijft Wouter verrassen, iedere dag opnieuw.